Naarmate u
langer of intensiever met de voorouderhobby bezig bent, zal u steeds
meer de behoefte hebben archiefstukken en andere afbeeldingen in het
kwartierstaat- of familiegeschiedenisalbum van begeleidende teksten
te voorzien.
Als het om een enkel woord, een naam of jaartal gaat, dan zijn Pickup plakletters of de Dymo lettertang prima geschikt. Beheerst u de kunst van het kalligraferen, dan kan dat ook met de Faber-Castell Calligraphy Pitt Artist pen. En wanneer u een mooi en vooral duidelijk handschrift hebt, dan is het mogelijk met de 0,8 mm documentenpen een wat meer uitgebreide tekst ‘neer te pennen’ (klik hier om pennen te bekijken/bestellen).
Deze teksten komen van de lay-outs van het artikel 'Openbaar stadsvervoer rond 1900'. Als u op deze afbeelding klikt, is de tekst op de grote versie goed te lezen. |
Gaat het
echter om een relatief groter tekstblok waarin u bijvoorbeeld een
stuk tijdsbeeld neerzet, anekdote of bijzondere gebeurtenis vertelt
of zelfs het leven van een persoon beschrijft, dan is de
tekstverwerker toch beslist het aangewezen instrument.
Wat de
totaalcompositie van de lay-out betreft kunt u zo’n tekstblok op
twee manieren maken.
- Tik de tekst op de breedte die u wenst (of denkt dat goed is), print hem uit, snijd het overtollige papier eromheen weg en laat het tekstblok onderdeel worden van de plaatjes, labels e.d. die op de betreffende lay-out moeten komen. Dat wil zeggen: schuif met alle onderdelen net zo lang heen en weer (laat ze zo nodig gedeeltelijk over elkaar heen vallen) totdat de compositie logisch in elkaar zit en naar uw zin is.
- Maak eerst van de overige onderdelen een totaalcompositie, waarbij u rekening houdt met de ruimte(n) die u ongeveer nodig denkt te hebben voor de toelichtende tekst(en). Plak alles op z’n plaats en meet de hoogte en breedte van de overgebleven, lege ruimte(n) nauwkeurig op. Stel vervolgens op uw tekstverwerker de zin-breedte in. Houd hierbij rekening met ongeveer 5 mm lege ruimte aan de linker- en rechterkant van het verhaal én de ruimte die tussen het totale tekstblok en de overige ‘plaatjes’ moet zitten. Deze ‘achtergrond-ruimte’ rondom het tekstblok mag niet te klein, maar zeker niet te groot zijn, want dan gaat het blok ‘zweven’.
Het
aantal getypte regels onder elkaar bepaalt de uiteindelijke hoogte
van het tekstblok. Staan er te veel regels t.o.v. de beschikbare
hoogte, maak dan de regelbreedte wat groter als de betreffende ruimte
dat toelaat of kort de tekst in d.m.v. een andere formuliering of
laat eenvoudig bepaalde woorden of minder belangrijke stukjes tekst
weg. Een andere mogelijkheid is om in de eindfase het tekstblok 10 of
15% kleiner te kopiëren. Print of kopieer altijd op 170 of 200 grams
papier. Dat laat zich mooi, glad opplakken.
Witte
‘gaten’ in de lay-out
Dat is
eigenlijk het ergste wat je en harmonisch opgebouwde compositie kunt
aandoen: eruit springende ‘gaten’ van wit papier op een mooi
gekleurd dessin- of cardstockvel. Print uw teksten daarom altijd uit
op (zacht) getint papier.
Papiprint
van Papicolor
Bij uitstek
geschikt hiervoor is het 170 grams Papiprint Unicolors papier van
Papicolor, hetzelfde merk als waarvan ook ons 200 grams A3
cardstockpapier is. Dit speciale papier is zowel geschikt voor de
inkjet- als laserprinter en verkrijgbaar in tientallen verschillende
kleuren. De A4 vellen zijn per 6 stuks per
kleur vepakt. De setjes zijn bij
Familie in Beeld te bestellen of in de goed gesorteerde
kantoorboekhandel te koop voor € 2,65. De redactie heeft de voor
dit werk de 5 beste kleuren uitgekozen: lichtgrijs, iets donkerder
grijs, licht oker, zachtgeel en zachtoranje.