vrijdag 9 januari 2015

#4: Openbaar stadsvervoer rond 1900

Door Wim Kros

Al googelend val je van het één in het ander. Oké, het kan (flink) wat tijd kosten, soms zelfs tot in de vroege uurtjes, maar dan heb je ook wat. Zeker als het gaat om het maken van mooie en vooral interessante lay-outs over voorouders uit de 19e eeuw of eerder.


Want van personen uit die tijd heb je, op een kopie van een geboorte- of huwelijksakte na, meestal geen afbeeldingen. Googel je echter op hun geboorte-, woonplaats of (bijvoorbeeld) beroep, dan wordt alles ineens anders. Dan wordt het mogelijk om op z’n minst een leuk stukje tijdsbeeld rondom de betreffende voorouder neer te zetten, met als resultaat een prachtig geïllustreerde lay-out.
Zo ook bij één van mijn 4 overgrootvaders. Veel wist ik niet van hem, behalve dat hij ten tijde van de geboorte van mijn oma in 1889 in Kralingen/Rotterdam woonde. Via www.genealogieonline.nl en www.verbeekgenootschap.nl kwam ik er achter dat hij in Ingen geboren en van beroep koetsier was. Eigenlijk wilde ik niet meer dan maximaal 2 lay-outs over Willem maken: de ‘technische’ links en iets over koetsiers en de stad Rotterdam in de 19e eeuw op de rechter lay-out.


Als achtergrond voor de 4 lay-outs over Willem Cornelis is gekozen voor de groene papier-serie: 2 maal het donkergroene dessinvel, 1 maal donker grijsgroen effen en 1 maal licht grijsgroen effen. Voor het matten zijn de effen kleuren donkerbruin, donker grijsgroen en zwart gebruikt.
Op de rechter lay-out is bovenaan het bovenste gedeelte van de originele gezinskaart uit circa 1890 geplakt. Hierop staan de namen van Willem en zijn vrouw, wanneer en waar ze geboren zijn en helemaal rechts het beroep van Willem: eerst koetsier op de Rotterdamse paardentram en na 1905 bestuurder op de electrische tram.
Rechtsonder een uitgeknipt gedeelte van de FiB-gezinskaart F145 met daarop geschreven de adressen waar Willem met zijn gezin in Rotterdam gewoond heeft.
Die adressen vinden we ook terug op de uit het Adresboek gesneden tekstblokjes, compleet met de beroepsomschrijvingen. De jaartallen op deze ‘knipsels’ zijn met de Dymo-lettertang gemaakt.
Rechts in het midden het getypte verhaal over ‘vaak verhuizen’, dat op getint Papiprint papier van Papicolor uitgeprint is.
Daarboven een verkleinde afdruk van de eerste pagina in het ‘Algemeen Adresboek der gemeenten Rotterdam en Kralingen’ uit 1891. Er is een soort klein boekje van gemaakt, waar we in een latere online-uitgave op terug komen.


De technische pagina was geen probleem: Willem had 10 kinderen, dus dat vulde lekker op, omdat ik het persoonslabel moest vergroten. Verder had ik een kopie van zijn geboorteakte (www.geldersarchief.nl) en een kopie van een tekening van de Hervormde Kerk te Ingen rond 1850 (www.regionaalarchiefrivierenland), waar hij in 1855 gedoopt is. Dit soort afbeeldingen zijn ook te vinden als u googelt op ‘historische afbeeldingen kerk + de betreffende plaatsnaam’. Een munt uit zijn geboortejaar 1854 en uit het jaar van trouwen (1883) én een landkaart van de Betuwe (Ingen ligt bij de zwarte stip) met omgeving maken pagina 1 compleet. Overigens moeten de munten nog aangeschaft worden, maar m.b.v. de munthouder is de plaats vast gereserveerd.
Voor de rechter lay-out had ik zomaar ergens van internet een afbeelding van een koets met daarop een koetsier geplukt. Ik was daar ook al naar op zoek geweest voor het voorgaande artikel. En door te googelen op ‘Rotterdam in de 19e eeuw’ had ik een weliswaar compacte, maar toch heel interessante tekst + plaatjes over het 19e eeuwse Rotterdam gevonden, dat ik in z’n geheel (iets verkleind) kon uitprinten en opplakken.
Klaar, dus, zoals gedacht?! Nee, echt niet. In tegendeel zelfs. Tijdens het surfen kwam ik op www.stadsarchief.rotterdam.nl met daarop o.a. de keuze uit mensen/locaties/gebeurtenissen en digitale stamboom. Hierin zaten natuurlijk alle in Kralingen en Rotterdam geboren kinderen van Willem en Johanna, maar na wat verder surfen kwam ik ook op het vakje ‘adresboeken’. Hierin stonden de voornamen van Rotterdammers tussen 1808 en 1939, met daarbij vermeld het beroep dat ze in het betreffende jaar uitoefende. Voor sommige mensen wilde dat destijds nog wel eens wisselen, zowel wat betreft het beroep als het woonadres. Zo verhuisde Willem in 25 jaar 16 keer en dat feit alleen al nodigde mij uit verder te googelen, o.a. op ‘vaak verhuizen’. Ook ontdekte ik dat er een speciaal koetsiersglas (zonder voet, maar met ophangmogelijkheid) bestond en dat koetsiers wel van een ‘neutje’ hielden. Kortom, ik heb er een kort verhaaltje omheen gemaakt en dat netjes uitgeprint en in 3 delen opgeplakt (zie ook het artikel ‘printen op getint papier’)
Maar ik ontdekte nog meer in de Rotterdamse adresboeken. Willem mag dan ‘koetsier’ achter zijn naam hebben staan, hij was geen koetsier op een koets. 


Deze spread laat zien hoe belangrijk het is om te ‘matten’. Niet alleen om bepaalde ‘foto’s’ of tekstblokken beter ‘los’ te laten komen van de achtergrond, maar ook en vooral om meer rust en eenheid in de lay-out te brengen. Dat geldt met name voor de linker pagina, waar maar liefst 14 verschillende elementen op geplakt zijn. Ook de kleurstelling en het feit dat veel elementen gedeeltelijk over elkaar heen of tegen elkaar aan geplakt zijn, speelt bij het zoeken naar harmonie in de compositie een belangrijke rol. Zou alles los van elkaar en zonder ‘mat’ opgeplakt zijn, dan zou het geheel een onduidelijke chaos zonder enige structuur geworden zijn. Ook de jaartallen, gemaakt met de Dymo-lettertang zorgen voor enige structuur of – anders gezegd – volgorde in het geheel. Door de foto van de eerste electrische tram uit 1905 (linksonder), het voorblad van het verslag van de ‘Rotterdamsche Electrische Tramweg Maatschappij (R.E.T.M.) 1905/1906 én de pagina uit het Rotterdams Adresboek uit 1906 gedeeltelijk over elkaar heen te plakken, ontstaat niet alleen meer ‘rust’ op de pagina, maar het geeft ook aan dat deze 3 elementen direct met elkaar te maken hebben.
Om dezelfde reden zijn de 6 losse elementen helemaal links op de rechter lay-out op een strook van bruin achtergrondpapier geplakt. Eén van die elementen, met daarop alle soorten categoriën beambten (47 in totaal) die bij de R.E.T.M. werkzaam waren, valt eveneens om die reden gedeeltelijk over de plattegrond met daarop het Rotterdamse Tramwegnet uit 1910.
Daarboven en –onder de electrische tram ‘in actie’, compleet met een kopie (googelen!) van een tramkaartje uit die tijd.
Helemaal onderaan ter afsluiting van deze 4 lay-outs een gedeelte uit het gemeente-archief van overledenen, met daarnaast een 1 cent muntstuk uit het jaar van overlijden van Willem Cornelis Verbeek.


Wellicht is hij wel zo in Ingen begonnen, maar in Rotterdam was hij koetsier op de paardentram. Dus weer googelen en plaatjes zoeken van de Rotterdamse paardentram. De techniek stond niet stil en vanaf 1905 werden in Rotterdam alle paardentrams vervangen voor electrisch aangedreven trams. En dus werd Willem tot tramwagenbestuurder gepromoveerd.

Om al die veranderingen en met name de verhuizingen in de lay-outs te visualiseren, heb ik steeds stukjes tekst met het betreffende adres + beroepsnaam uit de opeenvolgende adresboeken uitgeprint, op maat gesneden en op jaar-volgorde ingeplakt, compleet met afbeeldingen van de trams in de Rotterdamse straten.
Door te googelen op ‘afbeeldingen’ van ‘oude stadsgezichten Rotterdam’ en ‘straten in Rotterdam rond 1900’ kreeg ik veel plaatjes te zien in de vorm van oude ansichtkaarten van straten waar Willem met zijn gezin gewoond had. Teveel om allemaal af te printen en in te plakken – een deel ervan zal ik op de lay-outs van zijn vrouw Johanna verwerken, zodat er een mooi (straat)beeld van het Rotterdam rond 1900 ontstaat.
Het verhaal dat ik eerder over Rotterdam in de 19e eeuw vond, zal ik nog op Willem’s lay-outs nr. 5 en 6 verwerken, tesamen met de voor- en achterkant van de originele gezinskaart uit die tijd. Uiteindelijk worden het dus geen 2, maar 6 lay-outs over met name het beroep en de woonplaats van Willem.

Natuurlijk is dit een persoonlijk verhaal, waarbij de lay-outs door al het gevonden materiaal heel leuk uitpakken. Toch kan zoiets over heel veel andere voorouders gemaakt worden, mits u weet wat voor beroep(en) ze hadden en waar ze woonden. Dat laatste komt u te weten via de plaatselijke of centrale archieven wanneer u zoekt naar de gezins- of persoonskaarten (zie tijdschrift Familie in Beeld nr. 2 pagina 14) van de betreffende voorouder. En als u googelt op ‘adresboeken’ zult u zien dat menige stad dit soort gegevens eveneens gedigitaliseerd heeft.
Verder kan ik aanbevelen zoveel mogelijk ‘creatief’ te surfen. Googel het woord(en) wat in u opkomt en wat ook maar iets met uw zoektocht te maken heeft. Stel zelfs gewoon een korte vraag en kijk maar wat er uit komt. Tien tegen één dat u een nieuw aanknopingspunt vindt waarmee u verder kunt en waarmee weer ‘nieuwe deuren’ open gaan.

Veel plezier met het ontrafelen en samenstellen van de tijdsbeelden van uw voorouders. En bij deze bent u gewaarschuwd: het is verslavend!