maandag 19 maart 2018

# 10 Nieuw: het A3 twee-oudervel

Toen ik in 2012 met het maken van A3 lay-outs voor mijn kwartierstaat-album begon, had ik één vaste regel: elke voorouder moet tenminste twee A3 lay-outs naast elkaar (een zgn. 'spread') krijgen, maar in de loop der tijd blijkt de praktijk toch duidelijk anders.








Zo'n spread (of zelfs meerdere) per persoon komt goed van pas als je betrekkelijk of juist veel materiaal van de betreffende voorouder hebt. De linker lay-out is dan de 'technische' pagina met alle persoonsgegevens (kwartierstaatnummer, naam, jaartallen, generatie, leeftijd, de soort relatie met hem of haar, het persoonslabel enz.), aangevuld met een 'geboorte-bewijs', jeugdfoto of iets anders uit zijn of haar jeugd. Het (dessin)vel ernaast moet er dan wat kleur of sfeer betreft mooi bij aansluiten. Hierop komen foto's, knipsels of documenten (bijv. een trouwboekje of -kaart, een overlijdenskaart/bericht) uit de rest van zijn of haar leven. Is er nog meer (belangrijk of zinvol) materiaal, dan volgen er nog eens twee, vier of zelfs meer dubbele pagina's. En dat komt zeker voor wanneer je naast al dat persoonlijke ook nog iets van het tijdsbeeld van de betreffende voorouder wil laten zien.
Maar hoeveel historische tijdsbeeldgegevens je ook wilt verwerken, het blijft een feit dat, naarmate je verder in de geschiedenis teruggaat, je van een steeds groter aantal voorouders steeds minder weet. Dat betekent, dat je dus ook steeds minder 'plakruimte' nodig hebt. En dat heeft mij vorig jaar doen besluiten, dat één voorouder per pagina ook prima is. Een echtpaar komt dan op één spread; de man links en de vrouw rechts.




Deze spread is een mooi voorbeeld van té veel afbeeldingen over een voorouder (in dit geval Crijn) voor op één pagina, maar tevens te weinig afbeeldingen voor op twee pagina's. Bovendien was er maar weinig materiaal over zijn vrouw Josina, dus werd besloten hun beiden op één spread te zetten. Josina zou er dan wat ruimte betreft wel wat bekaaid van af komen, maar het met de hand beschreven blad uit de statenbijbel moest en zou groot (bijna 1 : 1) afgebeeld worden! Simpelweg omdat het eigenlijk zo uniek is, dat Crijn dit (je zou kunnen zeggen, dat het 't begin van zijn kwartierstaat was) destijds zelf in de door de Kerk aan hem geschonken, oude statenbijbel geschreven heeft. Dus maar begonnen met het opplakken ervan en de rest van de plaatjes en getypte bijschrift-blokken op maat gekopieerd en - om toch ruimte te winnen -  grotendeels tegen elkaar geplakt, zonder iets te matten. Ook het slechts één keer noemen van de kinderen (alleen bij Josina, en dat kan in dit geval, immers beide ouder staan op één spread) leverde ruimte op.
Om toch enig onderscheid tussen de man en de vrouw te maken en de gegevens van Josina wat duidelijker naar voren te laten komen, is op de rechterpagina, langs de zijkant van de ansichtkaarten, een relatief brede, gele balk geplakt. Al met al is het wat de compositie betreft een mooie spread geworden, waar een hoop op staat en die interessant is om te bekijken en te lezen.
Een geslaagd 'experiment', zou je kunnen zeggen, die anderhalve pagina voor de ene en die (bijna) halve pagina voor de andere persoon, tezamen op één spread. En het is tijdens het maken van deze spread geweest, dat het idee voor een twee-oudervel, dus 2 personen op één A3 vel, ontstond. Met in het achterhoofd, dat hoe verder je terug in de tijd gaat, je steeds minder materiaal van je voorouders hebt - meestal zo weinig, dat er niet voldoende is om één pagina per voorouder te vullen. En dus werd daarvoor een ontwerp gemaakt en de eerste resultaten vind je hieronder.

So far, so good!
Echter, met sommige families binnen mijn kwartierstaat kom ik zo ver terug in het verleden, dat ik zelfs bij 2 pagina's, ondanks dat ik er tijdsbeeldafbeeldingen bij plak, toch (te veel) ruimte overhoud. Daardoor ontstond toch een 'ernstige' behoefte aan één (dessin)pagina voor twee voorouders, zijnde een ouderpaar.
Het resultaat is het hierbij afgebeelde A3 twee-ouder(dessin)vel (bestelnummer F 247). Hierbij zijn de voorbedrukte, oorspronkelijke persoonslabels wat hoogte betreft gehalveerd. Ze staan plaatsbepalend in het verticale midden en zijn zo veel mogelijk naar de zijkanten geschoven, zodat er tussenin nog een smalle kolom tekst, een kleine afbeelding en/of een munt (bijvoorbeeld uit het geboorte- of huwelijksjaar) in een munthouder geplaatst kan worden.

Het A3 twee-oudervel (bestelnr. F 247) heeft als basis het dessinvel F 017. Hierop zijn de beide persoonslabels en het kinderenlabel op voorbedrukt. De plekken waar het generatie-, het leeftijd- en de relatielabels moeten komen, staan eveneens aangegeven.

Wat ook voorbedrukt is, is het invullabel voor de kinderen. Dit label is net zo groot als het oorspronkelijk persoonslabel (waar slechts 5 kinderen op bijgeschreven konden worden), maar er kunnen bijna twee-en-een-half keer zoveel kinderen op : 14 stuks in het totaal. En dat is in 9 van de 10 keer voldoende. De meer-ruimte is ontstaan doordat de kinderen bij deze opstelling slechts één keer genoemd hoeven te worden, in tegenstelling tot de éénoudervellen, waarbij de kinderen twee maal genoemd werden: één keer op het persoonslabel van de vader en één keer op die van de moeder. Links én rechts van het kinderenlabel is ruimte voor tekstblokken en/of kleine afbeeldingen. Zijn er overigens toch meer dan 14 kinderen, dan past in één van deze ruimtes nog een (gedeelte van een) tweede kinderenlabel. Hetzelfde geldt voor een eventueel tweede huwelijk. 
Op het bovenste gedeelte van dit tweeoudervel zijn de plekken aangegeven voor het generatielabel (bovenaan in het midden), de leeftijdlabels (steeds helemaal rechtsboven van de persoonslabels en net iets lager dan het generatielabel) en het relatielabel (vlak boven het persoonslabel). Meteen boven de ralatielabels komen de volledige namen van de vader en de moeder. Bij het gebruik van de 8 mm hoge zelfklevende Pickup-letters (type Largo) is er meer dan voldoende ruimte voor 3 regels, maar als het moet, kunnen 4 regels ook, zij het dat dit voor de leesbaarheid ietwat aan de krappe kant is. 
Reikhalzend heb ik, na het ontwerpen van dit vel, uitgekeken naar de eerste gedrukte exemplaren ervan. Eenmaal aan de slag ermee, merkte ik dat de mogelijkheden veel groter bleken dan ik aanvankelijk dacht. Ik zal daar niet alleen in dit artikel, maar ook in latere online-uitgaven zeker op terugkomen. Prettige 'bijkomstigheid' is, dat dit vel bij de verder in het verleden levende generaties (waarbij het aantal voorouderparen, voor wat betreft het aantal te maken lay-outs, zich angstaanjagend verdubbelt…) duidelijk ruimtebesparend is; per generatie is slechts de helft van het aantal A3 vellen nodig, en mocht er toch behoefte aan meer plakruimte zijn, dan worden er simpelweg één of meerdere carstock- of dessinvellen tussengevoegd. 
Een waardevolle tip: bij het ontwerpen ben ik ervan uitgegaan dat de voor- en achternamen direct op het tweeoudervel geplakt worden, en wel direct boven de twee eveneens op te plakken ralatielabels. 
Zo gezegd, zo gedaan, maar echt mooi was het niet. Alles begon een beetje te 'zweven'; de labels, letters, cijfers, eventuele tekstblokken en plaatjes hingen als los zand aan elkaar. De oplossing was gauw gevonden, door de namen op een apart stukje dessinpapier (met de zelfde kleur en hetzelfde dessin) te plakken, samen met de jaartallen van geboorte en overlijden. Dit 'blok' wordt op zijn beurt, samen met het relatielabel, op een contrasterende kleur cardstockpapier gemat, waardoor er wat de compositie betreft heel duidelijk twee verticale 'banen' ontstaan: één kolom voor de man en één voor de vrouw. Dit matten is wat meer werk, maar meer dan de moeite waard! 





Hoe gebruiken 
In principe wijst het verwerken van dit twee-oudervel zichzelf, maar over de mogelijkheden ervan valt toch iets meer te vertellen dan dat het alleen maar ingevuld kan worden en er nog diverse labels op komen. Er bestaat zoiets als een 'tweede leven' van zo'n vel en dat zal ik hieronder uitleggen. 

1. Persoonslabel (D). Het 'gevaar' van het voorbedrukte twee-oudervel is, dat wanneer je een flinke schrijffout maakt, die niet meer te herstellen en dus niet meer om aan te zien is, het hele vel meteen 'verpest' is. Althans, zo lijkt het, maar niets is minder waar. Zit de schrijffout in vak B of D op het originele vel, pak dan een nieuw, dus tweede twee-oudervel (hierna te noemen het 'reserve-vel') en vul het bewuste vak hierop opnieuw (en nu zonder fouten!) in. Snijd het vak vervolgens secuur uit en plak het precies op het fout ingevulde vak op het originele vel. Wanneer dit vel straks in de showtas geschoven is, zie je vrijwel niet meer dat het nieuwe vak op het oude geplakt is. 
Het reserve-vel, waarvan één D-vak is uitgesneden, goed bewaren, want het kan nog voor een aantal andere doelen van dienst zijn. Allereerst zijn het tweede vak D en het kinderen-vak B op dezelfde manier te gebruiken wanneer er op het of volgend origineel vel wederom een schrijffout gemaakt wordt. Maar vak D, het persoonslabel dus, is ook te gebruiken wanneer bij het overlijden van de partner de man of de vrouw (of zelfs beiden, dat kwam vroeger ook wel voor, hoewel lang niet zo vaak als tegenwoordig met ruim één op de drie scheidingen…) voor de tweede keer trouwt. In dat geval snijd je uit het reserve-vel van vak D de onderste 3 regels ( dus vanaf 'Tr.:…..' zoals bij C te zien is) af, vul je de naam van de tweede vrouw of man in en plak je dit strookje op het originele twee-oudervel. Doe dat ónder de persoon die voor de tweede keer trouwt en ónder de eventuele kinderen uit het eerste huwelijk. Nog even hierbij voor alle duidelijkheid: omdat het bij een huwelijk in de kwartierstaat vrijwel altijd gaat om het behoud van de achternaam van de man, komt in het persoonsvak D op het originele vel de naam en overige gegevens te staan van die vrouw bij wie het kind geboren is, dat later verantwoordelijk wordt voor de verdere opbouw van de kwartierstaat - zie de voorbeeld lay-out van Jean Le Brun. 

2. Kinderenlabel (B). Het kinderenlabel of vak B van een reserve-vel is in de eerste instantie (geheel of gedeeltelijk) te gebruiken voor het herstellen van een schrijffout op het originele twee-oudervel. De tweede mogelijkheid is het (wederom geheel of gedeeltelijk) te gebruiken wanneer er meer kinderen zijn dan er op het originele vel in het vak kunnen. Het wordt dan secuur uit het reserve-vel gesneden en direct naast (of liever gezegd er direct tegenaan) het vak op het originele vel geplakt. Let op: snijd de 2 mm brede, gele rand links op het uitgesneden vak B er in de hoogte helemaal af. Zo past het label niet alleen precies, maar sluit het ook mooier op het reeds bestaande vak aan. 

3. Naam- en jaartallabel (A). Zelfs wanneer beide vakken D en het grotere vak B uit het reserve-vel zijn gesneden, is dat vel nog niet rijp voor de prullenmand. Je kunt er namelijk nog 5 stukken dessinvel uit halen, waar de voor- en achternamen én de jaartallen van de betreffende voorouder op geplakt, respectievelijk gestempeld kunnen worden. Dit 'kaartje' A (afmetingen: 96 x 83 mm) snijd je in de eerste instantie duidelijk groter uit dan wat het uiteindelijk moet worden, en wel op het formaat zoals bij A.1 aangegeven (96 x circa 110 mm). Plak A.1 met alleen op de onderste hoekpunten een klein stukje tape vast op jouw werkblad of snijmat, zodat het tijdens het stempelen of het opplakken van de letters niet kan verschuiven. Stempel eerst de jaartallen en breng daarna de namen op met zelfklevende Pickup letters (type Largo zwart/8 mm hoog - bestelnr. F045) en wel zodanig, dat de 3 naamregels en de jaartallenregel in hoogte ruim binnen de 83 mm vallen. Wel even een paar keer oefenen om dit goed (en snel) 'in de vingers' te krijgen. Hoe je de letters netjes en probleemloos op één lijn kunt plakken, staat duidelijk en uitgebreid beschreven in de papieren uitgave van Familie in Beeld nr. 1 (bestelnr. F 059) op pagina 56 en 57. 
Het kaartje A op maat (98 x 83 mm) snijden en samen met het relatielabel matten op een stuk donkerbruin cardstockpapier (E) van 106 (breed) x 118 (hoog) mm groot. 

Om de nog vrije ruimtes op te vullen, doet een afbeelding waar gedoopt, getrouwd of begraven wordt, het altijd goed, maar een plaatje met het gezicht op  of een plattegrond van een stad of dorp, een belangrijk plein of ter zake doend gebouw is minstens zo informatief. Breng de afbeeldingen op de vereiste grootte m.b.v. een print/kopieerapparaat. In de middenkolom passen de kunststof envelopjes voor munten, op breedte getypte (en/of zoals hier tevens 10 tot 15 % verkleinde) bijschriften of - bijvoorbeeld - een kaartje van Nederland zoals het er toen uitzag, met daarop het met Pickup letters geplakte inwoneraantal van dat moment. Het is leuk én informatief dat te doen om bijvoorbeeld de 3 of 4 generaties.
Mocht je (nog) niet precies weten wat het geboorte- en/of overlijdensjaartal van een voorouder is, stempel dan alleen die getallen, waarvan je weet dat ze juist zijn; bijvoorbeeld alleen de eeuw-getallen en laat de rest leeg, zodat je dat eventueel later nog kunt invullen.

Werkvolgorde 
Vul om te beginnen op het eerste, dus 'originele' twee-oudervel de beide persoonlabels D en het kinderenlabel B geheel in en maak daarna de twee kaartjes A. Plak deze samen met de relatielabels (afkomstig van een knipvel uit de serie Knipvellen F147 t/m F152) op de beide stukken E van donkerbruin cardstock en plak die op hun beurt weer op de aangegeven plaats op het twee-oudervel, circa 5 mm boven de voorbedrukte en ingevulde persoonslabels. 
Plak het juiste getal met een zelfklevend Pickup cijfer (Largo zwart 8 mm) op het generatielabel (knipvel F144) en plak deze op de op het twee-oudervel aangegeven plaats, circa 7 mm vanaf de bovenkant van het vel. 
Maak vervolgens de beide leeftijdlabels (knipvel F194) en plak ze op de eveneens aangegeven plek, circa 17 mm onder de bovenrand van het vel. Let hierbij op, dat aan de linkerkant van de leeftijdlabels steeds voldoende ruimte over blijft voor het kwartierstaatnummer, die met 20 mm hoge, zwarte Pickupcijfers type Largo (bestelnr. F046) direct op het twee-oudervel geplakt worden. 


Je ziet, dat het persoonsgebonden kwartierstaatnummer zich altijd per generatie verdubbelt, of - als je in de tijd vooruit gaat - halveert. Zo is deze Jan Jansz (12e generatie) de vader van Lodewijck Jansz (hierboven, 11e generatie) en tevens de zoon van Jean Le Brun / Jan de Bruyn (hieronder, 13e generatie). Naast kerken zijn ook stadwapens een leuke opvulling; probeer hierbij altijd een afbeelding van het wapen te vinden welke uit dezelfde periode stamt. Als je het ambacht van de betreffende voorvader weet, googel  dan op 'Jan Luyken' en kijk of hij tussen 1649 en 1712 ook een gravure van dat beroep gemaakt heeft. Voor de 'rust' in de compositie is het aan te bevelen de plaatjes in de middenkolom precies sluitend tussen of net enkele mm's over de persoonlabels te plakken.

Overgebleven ruimtes opvullen 
Bij een aldus ingevuld en geplakt twee-oudervel is er nog enige ruimte over tussen de beide 'ouderkolommen' en aan weerskanten van het kinderenlabel. 
Probeer voor een zo mooi en interessant mogelijke A3 lay-out deze ruimtes op te vullen met niet al te grote (eventueel verkleinen m.b.v. de printer, scanner of copier) plaatjes van wat het tijdsbeeld betreft passende afbeeldingen en/of van internet kant en klaar uitgeprinte of zelfgeschreven tekstblokken. Voor wat betreft de historische plaatjes doen kopieën van tekeningen, etsen of schilderijen van plaatselijke kerken (zoeken op internet), waar gedoopt of getrouwd werd, het altijd goed. Een andere mogelijkheid zijn aangezichten of plattegrondjes van de geboortestad, afbeeldingen van oude ambachten (googel op tekeningen van Jan Luyken), enzovoort - zie ter inspiratie ook de voorbeeld lay-outs. 
Overigens zullen we in de komende online-uitgaven van Familie in Beeld regelmatig met voorbeeld lay-outs van het twee-oudervel terug komen. 


Ook hier weer een landkaartje - in dit geval van de Zuidelijke Nederlanden, met daarop een pijltje bij Tournai/Doornik, waar Jean Le Brun woonde voordat hij als Hugenoot naar Amsterdam vluchtte. Zowel hij als zijn tweede vrouw Judith van Os zijn twee maal getrouwd geweest - zie de twee stroken met de twee 'trouwregels', welke gedeeltelijk over het kinderenlabel vallen. Jan kreeg bij beide vrouwen vier kinderen, waarvan het achtste mede verantwoordelijk zou worden voor het verdere verloop van deze kwartierstaat en dus een rode Pickup-stip voor zijn naam heeft staan.
Om toch een héél jaartal in te kunnen vullen zonder dat je het juiste geboorte- of overlijdensjaartal weet, kun je dàt jaartal invullen, waarvan je zeker weet dat hij of zij al leefde.  Vóór dat jaartal komt dan een liggende V met de punt naar links wijzend te staan en dat betekent, dat de werkelijke gebeurtenis in ieder geval vóór dit jaar plaats vond. Omgekeerd kan ook: een jaartal met een V ervoor, waarvan de punt naar rechts wijs, betekent, dat de gebeurtenis ná dit jaar plaats vond. Op deze manier wordt aangegeven wanneer een persoon ongeveer overleden is.
De lay-out van Jean Le Brun is nog niet helemaal af; er moeten nog wat lege plekken gevuld worden met o.a.  een munt uit Tournai (of de Zuidelijke Nederlanden) en één uit Amsterdam van het gewest Holland. In één van de volgende online-uitgaven van Familie in Beeld zal ik de 'rijk' geïllustreerde vervolg lay-outs en de aanvullingen op dit twee-oudervel laten zien.

Ook nieuwe Relatielabels 
De reeds bestaande knipvellen, met de relatielabels F 148 t/m F 152 gaan wat betreft de benamingen van voorouders terug tot de oudovergrootvader en oudovergrootmoeder (dit is de achtste generatie). Omdat het twee-oudervel zeker gebruikt zal worden bij generaties welke nog verder in het verleden teruggaan, zijn er twee knipvellen bijgemaakt, waarbij de benamingen teruggaan tot de stam-oudbetovergrootouders dit (is de zeventiende generatie). Deze knipvellen zijn per stel te bestellen onder bestelnummer F 248. 
Hierboven de set F 248 (bestaande uit twee A4 knipvellen) met daarop de relatielabels met de voorouderbenamingen van de 9e t/m de 16e generatie. Deze set is een aanvulling op de reeds bestaande relatie-knipvellen F 148 t/m F 152, waarop de voorouderbenamingen staan van de 2e t/m de 8e generatie.

De op de klassieke manier gekalligrafeerde benamingen hierboven zijn geschreven door
Trudie Demoed uit Zutphen. Eerder heeft zij in de Familie in Beeld online-uitgave nr. 3 (november 2014) een artikel over kalligraferen geschreven, waarin zij - in het kort - uitlegt, hoe je met de speciale kalligrafiestiften van Faber-Castell een begin kunt maken met deze eeuwenoude manier van (schoon)schrijven.
Trudie is niet alleen een vakvrouw op het gebied van schrijven, zij neemt ook opdrachten aan als het gaat om het ontwerpen en uitvoeren van een stamreeks, kwartierstaat, familie-overzicht of familiewapen. Bovendien geeft zij kalligrafie-workshops.
Voor meer inlichtingen kan je bellen naar Trudie Demoed, telefoon 0575 520374.






Hieronder een overzicht van benamingen van de eerste t/m zeventiende generatie: 


Generatie - Benaming           -          Maximaal aantal 

        1 probant                                                  1 

        2 ouders                                                   2 

        3 groot-ouders                                        4 

       4 overgroot-ouders                                 8 

       5 betovergroot-ouders                           16 



      6 oud-ouders                                            32 

      7 oud-groot-ouders                                 64 

      8 oud-overgroot-ouders                        128 

      9 oud-betovergroot-ouders                   256 



     10 stam-ouders                                         512 

     11 stam-groot-ouders                              1.024 

     12 stam-overgroot-ouders                     2.048 

     13 stam-betovergroot-ouders               4.096 



    14 stam-oud-ouders                                8.192 

    15 stam-oud-groot-ouders                    16.384 

    16 stam-oud-overgroot-ouders           32.768 

    17 stam-oud-betovergroot-ouders      65.536