vrijdag 31 juli 2015

# 6: Mini-boekjes zelf gemaakt

Het kan zo maar gebeuren dat je niet alleen ‘plat papier’ (een digitaal kopie of een echt document uit het verleden) tot je beschikking hebt om in te plakken, maar dat er ook ‘platruimtelijke’ dingen zijn zoals een trouwboekje, paspoort, een heus dagboek of zelfs een (groot) plakboek. Lang niet altijd is er voldoende ruimte op een lay-out voor dit soort dingen (zeker niet als het om de laatste twee gaat) en daarom vertellen we in dit artikel hoe daar een mini-boekje of –kaart van gemaakt kan worden.

Geen ‘distressen’, maar mini-boekjes
In de vorige online-uitgave (nr. 6) schreven we onder ‘verwacht’ aan het einde van het laatste artikel, dat we het in deze uitgave zouden hebben over het distressen (= ‘oud’ maken) van kopiedocumenten. Omdat dit onderwerp echter niet voorkomt op één van de 10 lay-outs over Marie van Dijk (zie eerste artikel), maar er wel meerdere verkleinde druk- en boekwerkjes op geplakt zijn, gaan we het hier over de laatste twee hebben. Het distressen houdt u te goed in een volgend nummer.




Op de lay-outs over Marie van Dijk zijn één echt ‘boekje’ (het paspoort op lay-out 1), een viertal zelfgemaakte mini-boekjes en één gekopieerd en bewerkt geboortekaartje op ware grootte geplakt.
Het (laatste) paspoort van haar is een model uit 1950, dat door de staatsdrukkerij in 1964 gedrukt werd en haar in 1974 in Groningen is uitgereikt. Dit 36 pagina’s dikke boekwerkje is als opengeslagen origineel ingeplakt, waarbij de 2 pagina’s met de belangrijkste gegevens (o.a. haar signalement) zichtbaar zijn.
Als je de lay-out uit de A3 insteekhoes schuift, kun je door het paspoort heen bladeren en worden er diverse douanestempels (met datum) van vakantiereizen tussen 1974-1981 zichtbaar. Een interessant en waardevol document dus, dat een dikte heeft van nog geen 3 mm – prima om zich te laten verwerken in een ‘gescrapt’ kwartierstaatalbum.

Verkleinen
Heel anders zijn de overige 4 mini-boekjes. Deze zijn in werkelijkheid allemaal (veel) groter dan dat ze op de lay-out zijn: het trouw- en spaarbankboekje en het oorlogsdagboek circa 1,5x zo groot, het knutselvoorbeeldenboek zelfs ongeveer 2,5x zo groot.
De reden, dat het trouw- en het spaarbankboekje gekopieerd zijn, ligt simpel in het feit, dat beide al waren ingeplakt in een ander familie-album. Een andere, overigens minstens zo goede reden zou kunnen zijn, dat het bewuste origineel niet in uw bezit is, maar eigendom is van een broer, zus of ander familielid. En als je het dan toch moet kopiëren, dan kan zo’n boekje net zo goed iets verkleind worden, zodat er meer ruimte op de lay-out overblijft voor andere dingen. Maak het echter niet te klein (een verkleining met 65 à 75% is maximaal), want dan komt het ‘aanzien’ van het document in gevaar en is de tekst bovendien niet meer of slecht leesbaar.

De beste pagina’s selecteren
Om het mini-boekje er ‘strak’ uit te laten zien, kopiëren we op 200 grams papier (bestelnummer F210). Dit papier blijft mooi vlak, ook nadat de pagina’s twee aan twee tegen elkaar aangeplakt zijn. Voor alle duidelijkheid: er wordt steeds een originele ‘spread’ (= 2 pagina’s die naast elkaar zitten) verkleind gekopieerd en strak uitsnijden en vervolgens eerst met de beeldzijde naar buiten precies op de middenlijn tegen elkaar dubbelvouwen, daarna ‘terug’ vouwen met de beeldzijde naar binnen en tenslotte met de witte kant tegen de volgende spread plakken – zie de fasefoto’s. Er wordt dus niet tweezijdig gekopieerd, want dan zouden de pagina’s van het mini-boekje uitgelegd, gekopieerd en volgens een bepaald schema in elkaar genaaid moeten worden en dat is veel te ingewikkeld.
Omdat het mini-boekje niet dikker mag worden dan maximaal 3 à 4 mm (het kwartierstaat-album zou anders al snel te dik worden en de kans zou bestaan, dat de lay-outs gaan ‘bobbelen’), is het aantal te kopiëren en tegen elkaar te plakken spreads slechts beperkt. Door het dikkere 200 grams papier kunnen we niet meer dan 6 tot 12 pagina’s laten zien. Om die reden kunnen slechts de meest interessante spreads gekopieerd worden.
Zo is het gekopieerde trouwboekje op lay-out nr. 5 slechts 10 pagina’s (1 voorpagina, 4 spreads, 1 achterpagina) dik, terwijl het origineel 18 pagina’s telt. Het mini-spaarbankboekje is 6 pagina’s (in werkelijkheid 20), het knutselboek 16 (origineel 120) en het oorlogsdagboek eveneens 16 (in het echt 96) pagina’s.

Werkwijze
Meet de beschikbare ruimte op de lay-out op en bepaal het verkleiningspercentage. Houd rekening met een strook vrije ruimte van minimaal 5 mm rondom het mini-boekje. Maak eerst van – bijvoorbeeld – de cover op 80 grams papier een zwart/wit kopie, knip dat uit en kijk of de grootte ervan mooi in het geheel past. Is dat het geval, zet het kopieerapparaat dan op de stand ‘kleur’ en dik (200 grams) papier. Maak één of meerdere proefafdrukken; het kan zijn dat daaruit blijkt dat u de ‘toon’ wat lichter (meestal) of (soms) juist donkerder moet zetten. Maak de proefadrukken beslist op het 200 grams papier, want dat geeft een andere (kleur)verzadiging dan het dunnere 80 grams papier.

Als alles naar uw zin is, kopieert u eerst de voorpagina. Let hierbij op, dat aan de linkerkant van de verkleinde cover tenminste zoveel ruimte op het kopie zit dan de breedte van de verkleinde cover is+ 5 mm. Deze ‘extra’ ruimte heeft u bij het uitsnijden nodig als achterpagina – zie de fasefoto’s. Eigenlijk is het ’t makkelijkst, als u de voor- en achterkant van het origineel in één keer (dus als spread) verkleind kopieert. Dit kan echter problemen opleveren wanneer de rug van het origineel te dik is. Kopieer vervolgens de geselecteerde spreads van het origineel.

Voor de verdere werkwijze zie de fasefoto’s en hun bijschriften:


    Breek eerst een ‘oud’ (en dus bot) stukje mes van het afbreekmes af en snijd met het nu extra scherpe mes de gekopieerde, verkleinde opengeslagen pagina’s (spreads) van het boekje zorgvuldig recht uit. Doe dit m.b.v. de transparante ruitjesliniaal, zodat u steeds kunt controleren of er recht gesneden wordt. Snijd de spread rondom 1 à 1,5 mm groter uit dan op het kopie staat.
    Vouw alle spreads, behalve de cover van het boekje, precies over de gekopieerde middennaad dubbel, waarbij de witte achterkant van de pagina’s tegen elkaar komen. Leg hierbij de bovenste buitenpunten precies op elkaar. Vouwlijn van boven naar beneden tussen duim en wijsvinger goed plat duwen. Let op dat de vouw netjes op de middennaad blijft.
    Vouw alle spreads nu terug om, dus met de gekopieerde pagina’s tegen elkaar en maak de vouwlijn vervolgens ‘strak en scherp’ door er met een vouwbeen (of zijkant van een potlood o.i.d.) krachtig overheen te wrijven. De ‘spread’ van de cover (boven de dubbelgevouwen spreads) blijft nog even ongevouwen. Leg de spreads van links naar rechts op de juiste volgorde.

Neem de eerste twee spreads. Rol met de fotolijmroller de witte achterkant van de linkerpagina van de tweede spread in (breng 2 lagen lijm op elkaar aan). Doe dat rondom, dus langs alle vier de randen, zo dicht mogelijk bij de rand.
Leg de dubbel gevouwen spreads (de eerste links en de tweede rechts) met de vouwlijnen precies op dezelfde hoogte tegen elkaar aan en duw de rechtopstaande pagina van de rechter spread (waar de lijn op zit) voorzichtig tegen de omhoog staande pagina van de linker spread. Let op dat de ‘onderste’ pagina’s, die op de snijmat liggen, hierbij ook daadwerkelijk netjes vlak op de mat blijven liggen. Plak op dezelfde manier de derde en vierde spread tegen elkaar. Duw alle geplakte pagina’s goed aan.

Neem de uitgesneden cover (met aan de linkerkant daaraan de wat langere, evenhoge ‘achterflap’) en leg de transparante ruitjesliniaal langs de gekopieerde middennaad, ongeveer 1 tot 1,5 mm (dit is afhankelijk van de dikte van het vouwbeen) links van die middennaad, dus op de cover afbeelding zelf. Breng nu precies op de middennaad een vouwlijn aan door er 2 of 3 keer de (botte) punt van het vouwbeen langs de liniaal krachtig overheen te trekken. Maak de vouw strak door de pagina’s met de witte kant tegen elkaar te vouwen en aan te wrijven. Maak op de achterflap, afhankelijk van de dikte van het ‘binnenwerk’ van het boekje, op 3 mm afstand van de eerste vouwlijn op dezelfde manier een tweede vouwlijn.


De achterflap van de cover is nog steeds iets langer dan de voorkant. Breng met de fotolijmroller nu eerst 2 lagen lijm aan, precies op de 2 naast elkaar gelegen vouwlijnen. Breng verder nog géén lijm aan. Zet de voorkant (de cover, dus) van het omslag nu verticaal omhoog en plak het binnenwerk van het boekje nu precies op / tussen de vouwlijnen. Schuif hierbij om ‘recht te kunnen sturen’ als het ware het binnenwerk langs de witte zijde van de rechtop staande cover. Let erop, dat het binnenwerk precies recht op de omslag zit (controleren door de cover even tegen het binnenwerk te duwen). Als dit het geval is, dan de voor- en achterkant met lijm inrollen en tegen het binnenwerk plakken. 


Het boekje is nu klaar, maar moet nog rondom netjes afgesneden worden, zodat alle pagina’s precies even groot worden en netjes recht komen te ‘liggen’. Snijd eerst aan de boven- en onderkant ongeveer 1,5 à 2 mm rand af. Zorg dat u hierbij ongeveer 1 mm binnen de gekopieerde cover blijft, zodat er straks langs geen enkele pagina nog een streepje wit papier zichtbaar blijft. Let wel op, dat u geen belangrijke tekst afsnijdt. Leg bij het snijden de (bij voorkeur 40 cm lange) transparante ruitjesliniaal over het boekje en duw die met duim en vingers voorbij de respectievelijk onder- en bovenkant van het boekje krachtig tegen de snijmat, zodat het relatief dikke boekje tijdens het snijden niet wegschuift. Druk om dezelfde reden niet te hard met het scherpe afbreekmes – snijd liever een paar keer extra. Houd hierbij het mes wel precies loodrecht langs de liniaal. Ga bij het snijden staan, dan kunt u meer kracht op de liniaal uitoefenen. Snijd tenslotte de rechter buitenranden af.


Gebruikt materiaal:
* 200 grams wit A4 papier met een 'dichte' buitenlaag voor scherpe afdrukken * Pritt fotolijmroller

Klik hier om de gebruikte materialen te bekijken / bestellen in onze webwinkel.