vrijdag 31 juli 2015

#6: De jaren ’50 in beeld en kleur

Door Wim Kros

Naast de introductie van 7 nieuwe vellen effen gekleurd A3 cardstockpapier vindt u in dit artikel tevens 3 nieuwe knipvellen. Beide soorten papier hebben als thema “de jaren ‘50” en worden tezamen gepresenteerd d.m.v. een 8-tal A3 lay-outs over een vrouw die rond 1950 twee maal moeder werd.





De 3 nieuwe A4 knipvellen zijn geïnspireerd op de Jaren ’50 en speciaal gemaakt ter illustratie van het tijdsbeeld van de werkzaamheden van de vrouw in die tijd. U kunt de op dik papier gedrukte afbeeldingen uitknippen en op uw eigen Jaren ’50 lay-outs plakken.

De enige uitzondering is de afbeelding met aardappelen en uien erop – deze is bedoeld om te gebruiken bij het verhaal ‘eten en drinken in de 19e eeuw’- zie het 3e artikel in deze uitgave.

In één van de volgende uitgaven zullen er ook knipvellen voor de man in de Jaren ’50 verschijnen.

De bovenste rij pasteltinten zijn typerend voor de Jaren ’50. De onderste rij A3 cardstockvellen zijn de accent kleuren. Drie van de 10 kleuren (nootbruin, lichtblauw en caramel) zaten al in het FiB-assortiment; de overige zeven zijn nieuw. De reeks is als set van tien kleuren te bestellen of elke kleur apart – zie onze webshop.


2 Soorten papier
Speciaal voor lay-outs over de jaren ’50 hebben we een set A3 cardstockpapier samengesteld van 10 verschillende kleuren, die allemaal afkomstig zijn uit de Original Collectie van Papicolor. Al ons effen cardstockpapier (eigenlijk moeten we hier spreken van ‘karton’, want het is stevig en ‘zwaar’: 200 grams) is van Papicolor. Wilt u meer over dit hoogwaardige product weten, lees dan het laatste gedeelte van het eerste artikel van de vorige online-uitgave (maart 2015).
In de jaren ’50 papierset (bestelnr. F209) zitten 3 ‘oude’ kleuren die al in ons papierassortiment zaten, de overige 7 zijn nieuw. Overigens is elke kleur los te bestellen. De serie is te verdelen in 5 pasteltinten (typerend voor die tijd) en 5 bijbehorende zgn. accentkleuren. Alle kleuren zijn door elkaar heen te gebruiken als achtergrondpapier of als papier om mee te ‘matten’. In het laatste geval wordt het als accentkleur verwerkt. 
Is er sprake van heel veel plaatjes en tekstblokken op de linker- en rechter-lay-out, kies dan voor beide vellen de zelfde kleur achtergondpapier, zodat er in ieder geval wat kleur betreft ‘rust’ komt op de ‘spread’ (= 2 opengeslagen pagina’s naast elkaar).


Ook het assortiment gekleurd A4 printpapier 170 grams hebben we uitgebreid, 

Naast het cardstockpapier brengen we ook een nieuwe serie 170 grams printpapier uit, dat wat de kleur betreft uitstekend aansluit bij de cardstocktinten. Ook dit zgn. PapiPrint Unicolors A4 papier is van Papicolor. Het is geschikt voor zowel de inkjet- als voor de laserprinter. Omdat het 2x zo dik is als het normale, 80 grams printpapier kan het mooi gesneden en vlak opgeplakt worden. De vellen zijn per 6 of 10 stuks verpakt; de prijs bedraagt € 2,65 resp. € 4,40 per pakje.


Deze 2 lay-outs worden besproken in de online-uitgave nr. 2 van september 2014 (zie 'Blogarchief' in de kolom rechts hiernaast). De linkerpagina blijft ook nu lay-out nr. 1, maar de rechter pagina wordt nu lay-out nr. 3.Dankzij de showtassen en het ringbandsysteem is dit wisselen / veranderen niet alleen heel makkelijk, maar het blijft ook te allen tijde mogelijk.


10 lay-outs over de jaren ’50
In de Familie in Beeld online-uitgave van september 2014 is in het eerste artikel al een aanzet gegeven wat betreft de lay-outs over het leven van Marie van Dijk (1922-1982). Die twee lay-outs waren overigens nog niet gemaakt op het hier gebruikte jaren ’50 papier. Wel waren toen al wel 2 dingen duidelijk:
1. Ondanks dat de 2 achtergrondkleuren heel goed met elkaar matchten, hoorden de lay-outs wat het thema betreft niet naast elkaar.
2. Om het betreffende tijdsbeeld en het leven van Marie op een mooie manier te kunnen ‘etaleren’ waren meer dan 2 lay-outs nodig. Gewoon omdat er tijdens haar leven heel veel gebeurd (lees: veranderd) is, er heel veel (foto)materiaal van haar is en er (nu nog wel) veel over haar leven bekend is en dus te vertellen valt. Toen had ik het over vermoedelijk totaal 12 pagina’s (en heb deze toen ook zo geschetst); nu ik inmiddels op de 10 zit, weet ik dat er nog 4 tot maximaal 6 bij gaan komen met als onderwerp: reizen, hobbies, kleinkinderen, gezondheid / medische zorg en overlijden. Toegegeven, 16 pagina’s over één persoon is (heel) veel, maar nogmaals, er is in die 60 jaar dat zij geleefd heeft een hoop gebeurd en het is – zeker voor het nageslacht – leuk én waardevol te kunnen zien en lezen hoe er in die jaren geleefd is.

En dan zijn de sociale omstandigheden tijdens de 30-er jaren crises nog niet eens aan bod gekomen, zoals wel gedacht en geschetst in het bewuste september 2014 – artikel. Deze schuif ik nu door naar de derde generatie, haar ouders dus, en eigenlijk past dat onderwerp daar ook beter bij.



Tijdsbeeld
Een belangrijke reden om meerdere pagina’s binnen het leven van één persoon te maken is dus het duidelijk neer willen zetten van een tijdsbeeld. Want wat is leuker (ook voor u zelf) dan te (her)ontdekken dat je bijvoorbeeld heel blij mocht zijn wanneer er eind jaren ’50 bij jou warm water uit de kraan kwam. Of dat je i.p.v. schrobben en wringen met de hand dat door een wasmachine kon laten doen. Dat je de beschikking kreeg over een goed werkende, elektrische stofzuiger (geen matten meer kloppen) of een ‘gestroomlijnd’ strijkijzer, een ‘zelfwerkend’ wasmiddel, nieuwe en betere medicijnen, enzovoort. Juist omdat er in met name het eerste (jaren ’50) en in wat minder mate het tweede decennium na de oorlog zoveel duidelijk zichtbaar veranderde, is het leuk dat uitgebreid te visualiseren. Dat heb ik naast de familiefoto’s o.a. gedaan met foto’s van bekende producten en advertenties uit die tijd. Voor een deel staan deze op de 3 nieuwe knipvellen, zodat u ook uw lay-outs daarmee kunt illustreren.


Moeder centraal
Een derde reden, dat er veel ‘Marie van Dijk lay-outs’ gemaakt zijn, is het feit, dat zij tot de 2e generatie behoort. Zoals gezegd, daar is niet alleen nog veel over bekend, maar hij bestaat ook uit slechts 2 personen. Alle historische informatie binnen die generatie die ik kwijt wil, komt dus te rusten op de schouders van 2 voorouders. Verder terug in de geschiedenis wordt die verdeling steeds makkelijker: per generatie steeds meer personen, waar (op een enkele uitzondering na) steeds minder over bekend is.
Bij het neerzetten van een tijdsbeeld per generatie is het belangrijk, dat er wat de onderwerpen (werk, voeding, wonen, sociale omstandigheden, oorlog, ziekten, enz.) betreft een duidelijke verdeling gemaakt wordt tussen de man(nen) en vrouw(en).
De ‘themapagina’s’ van Marie van Dijk gaan dan ook met name over haar jeugd en werkzame leven als ongetrouwde ‘mejuffrouw’, over haar kinderen (het ‘moeder’ zijn) en over hoe zij het huishouden bestierde (boodschappen doen, koken, wassen, de hulp van nieuwe huishoudelijke apparaten).
De meer technische ontwikkelingen in die periode zoals radio en TV, de auto, het openbaar vervoer en belangrijke uitvindingen e.d. komen aan bod op de lay-outs van Marie haar echtgenoot.






Lay-out nr. 1: de ‘technische’ pagina met daarop altijd de naam, het kwartierstaatnummer, het jaar van geboorte en overlijden, de generatie- en leeftijdlabels, het familierelatielabel en het grote persoonslabel. Deze vaste gegevens worden aangevuld met (indien aanwezig) de foto’s (waarop de betreffende persoon dus zo jong mogelijk staat afgebeeld), kopieën van akten, een paspoort of trouwboekje, als er nog ruimte is een landkaart met plaats van geboorte, enz. – zie ook de ‘technische’ pagina in het 3e artikel.

Lay-out nr. 2: deze gaat over de jeugd van Marie. Hierop op staan betrekkelijk veel foto’s en tekstblokken. De ‘rust’ op deze lay-out ontstaat door de juiste kleurkeuze van het achtergrond- en het tekstblokkenpapier én het feit, dat de tekstblokken tegen de betreffende foto’s geplakt zijn. Zo vormen de 13 verschillende ‘elementen’ toch een mooi geheel.



Eén thema over 2 generaties
Het kan voorkomen dat er over één thema heel veel te vertellen valt. De tweede wereldoorlog is zo’n thema. Het is eigenlijk te groot om dat bij de 2 personen van de tweede generatie onder te brengen. En in feite hoeft dat ook niet, want mijn 4 voorouders uit de derde generatie hebben net zo hard onder het oorlogsgeweld geleden. Daarom heb ik bij elk van de 6 betreffende voorouders steeds tenminste 1 lay-out voor de oorlog ingeruimd. Bij mijn grootvader Pieter J.M. van Dijk zijn het er zelfs twee geworden – zie het eerste artikel van de vorige online-uitgave, de lay-outs nr. 5 en 6.
Overigens is het ook hier van belang de onderwerpen binnen het thema op de juiste manier over de personen te verdelen. Zo is de reden, dat het onderwerp distributiebonnen bij Pieter van Dijk terecht gekomen is, niet toevallig: hij had er het meest mee te maken omdat hij kruidenier was en ze dus dagelijks moest ‘innemen’, tellen en afdragen. Hetzelfde geldt voor het onderwerp ‘Atlanticwall’ – niet alleen zijn huis, maar ook zijn winkel stonden immers in het betreffende ‘Spergebiet’ gebied.




Lay-out nr. 3: tot en met de jaren ’50-’60 was het de gewoonte, dat de vrouw wel vóór, maar niet na haar huwelijk buitenshuis werkte en daar gaat deze pagina over. Zo lang de vrouw ongetrouwd was, werd zij met ‘mejuffrouw’ aangesproken. 

De diploma's e.d. zijn op 200 grams papier verkleind geprint.


Lay-out nr. 4: deze is nog niet af; de tekstblokken ontbreken nog. Ondanks dat zijn alle andere elementen (en dat zijn er straks minstens 14!) al vastgeplakt. De ‘rust’ wordt hier gevonden door de vele plaatjes en (nog te maken) tekstblokken in 3 denkbeeldige, verticale ‘banen’ te plaatsen. Het herinneringsbord ‘Mei 1945’ linksonder komt van het nieuwe knipvel, net zoals de jaartallen 1940-1945. Het originele, metalen rijwielplaatje zat om de stuurstang en was het bewijs dat de ‘fietsbelasting’ betaald was. Het is hier vastgeplakt met een dotje van de ‘vullende’ lijm 100% repair gel van Pattex – zie webwinkel.


Internet
Omdat er van de betreffende personen foto’s zijn, streef ik er bij de laatste 3 generaties naar om op elke lay-out tenminste 1 foto van hun te plaatsen. Gelukkig heb ik veel materiaal geërfd en verzameld en lukt dat dus vrij aardig. Maar ook mij overkomt het dat er geen foto’s zijn en moet ik een pagina opmaken met alleen kopieën van archiefstukken, die ik dan aanvul met toepasselijke afbeeldingen van internet of (gekopieerde) plaatjes uit boeken.

Compositie
Met name in het geval van veel (10 of meer) foto’s, kopieën en/of tekstblokken op één lay-out is het van belang dat u de tijd neemt voor het zoeken naar de juiste (volgorde en) compositie. Schuif net zo lang heen en weer met de verschillende elementen, verklein of vergroot indien nodig en breng meer ‘rust’ in het geheel door het trekken van denkbeeldige horizontale en verticale lijnen, waar tegen de rand(en) van de afbeelding(en) gelegd worden. Leg plaatjes in elkaar’s verlengde of laat ze (wanneer ze echt bij elkaar horen) gedeeltelijk over elkaar heen vallen of plak ze tenminste tegen elkaar aan. Dat geeft niet alleen meer rust in de compositie, het is ook duidelijker voor het verhaal. De lay-outs 2, 3 en 5 van dit artikel zijn hier goede voorbeelden van. Verdere opmerkingen hier omtrent vindt u in de bijschriften die onder de lay-outs/spreads staan.



Lay-out nr. 5: deze heeft dezelfde kleur (pastelgroen) cardstockpapier als zijn buurman en dat is ook weer gedaan voor de ‘rust’ op de spread. De olijfgroene kleurvakken rechtsboven en linksonder zijn voor het ‘evenwicht’ aangebracht en om wat extra aandacht te vestigen op ‘verloofd’ en ‘getrouwd’. Ook hier biedt de Dymo-tang uitkomst. Het vlak linksonder is zo groot, dat er nog een tekstblok in past, maar eigenlijk spreekt het verkleinde trouwboekje ernaast boekdelen – zie ook artikel 5 met miniatuurboekjes in deze online-uitgave.


Lay-out nr. 6: ‘Nederland herrijst’ – het geweven ‘vaandeltje’ en de speciaal daarvoor ontworpen postzegel uit 1945 staan er borg voor, maar de generatie van Marie en Bob moeten het doen! En tijdens die wederopbouw werd in de Jaren ’50 heel Nederland aan het sparen gezet. Wie van de 60-plussers herinnert zich niet de metalen ‘spaartrommel’ van Brabantia en de papieren gulden en rijksdaalder uit die tijd. U vindt ze op één van de 3 nieuwe knipvellen. Het na-oorlogse muntgeld is echt; de koperen cent en stuiver en het nikkelen dubbeltje en kwartje zitten in speciale munthouders, die op hun beurt weer in een helder transparant envelopje zitten, zodat zowel de voor- als de achterkant van de munten bekeken kunnen worden.


Foto links: rechts het iets kleiner gekopieerde spaarbankboekje en links het originele exemplaar, dat reeds in een andere familie-album geplakt was.

Foto rechts: alleen de 5 belangrijke pagina’s zijn op 200 grams papier gekopieerd.

Algemene opmerkingen
Bij het bekijken van de hier afgebeelde lay-outs valt meteen op, dat er meer teksten op verwerkt zijn dan op lay-outs in de vorige artikelen. De reden is inmiddels duidelijk: er is gewoon meer bekend van nabije dan van verre voorouders. In het laatste geval moet de pagina meestal gevuld worden met materiaal in de vorm van een enkel archiefkopie van de betreffende persoon, met daar om heen plaatjes van vanaf internet geplukte historische landkaarten, geëtste of geschilderde dorps- of stadsgezichten, huiselijke taferelen met vreemde mensen erop, enzovoort. Bijbehorende bijschriften of – zoals hier – hele tekstblokken kunnen dan het beste op gekleurd papier uitgeprint worden, omdat wit papier te contrastrijk is en ‘gaten’ in de lay-out veroorzaakt. De A4 vellen uit de serie PapiPrint Unicolors van Papicolor zijn hiervoor bij uitstek geschikt. Ga over het algemeen voor de lichtere, eventueel iets ‘gedekte’ tinten, zodat de geprinte, zwarte tekst makkelijk leesbaar blijft. Stem de kleur van het printpapier zorgvuldig af op de kleur van het achtergrondpapier. Over het algemeen geldt licht gekleurd printpapier op een wat donkerder achtergrond en het wat meer gedekte/iets donkerder printpapier op een lichte achtergrond. Soms kan het ook helpen om enig contrast te bereiken tussen licht gekleurd achtergrond- en lichtgetint printpapier door het papier van het tekstblok op een donkerder tint papier te ‘matten’.





Lay-out nr. 7 en 8: de ‘Marie-als-moeder-spread’ heeft 2 pasteltinten als achtergrondvel: pastel lichtblauw (waarop zoontje Wim wordt geboren) en pastel roze, waar zusje Anneke erbij komt. De aankondiging van het doodgeboren zoontje is rechtsonder weer op blauw papier gemat. Zowel de tekstblokken als plaatjes (grotendeels afkomstig van de knipvellen) vertellen in vogelvlucht iets over de manier van opvoeden en grootbrengen van baby’s, peuters en kleuters in de Jaren ’50.

Twee dingen vallen bij deze lay-outs op: het geboortekaartje op de linker én het verkleinde boek op de rechter pagina. Op de foto’s hieronder meer daarover.




Na het bepalen van de totaal-compositie (waarbij ik gebruik maak van ‘lege’ stukken tekstblok) plak ik eerst alle verschillende foto’s, plaatjes en overige afbeeldingen op en pas daarna schrijf ik de tekst. Dit is goed te zien bij de nog ‘in aanbouw zijnde’ oorlogspagina van Marie (lay-out nr. 4). Om de tekst passend te maken, meet ik ‘in het werk’ eerst de beschikbare regelbreedte. Daarna begin ik met typen en als het verhaaltje of bijschrift klaar is, print ik het op wit papier af, knip het uit en kijk of het past. Is de tekst te lang, dan kort ik hem in d.m.v. tekst schrappen of een iets kortere formulering. Een andere mogelijkheid is het tekstblok 10 à (maximaal) 15% te verkleinen. 
Daarmee win je relatief veel ruimte, maar vergeet niet voor dat het opnieuw uitgeprint wordt de regelbreedte groter te maken, anders is de ruimtewinst te klein. Wanneer alle op wit papier uitgeprinte tekstblokken in hoogte en breedte passen, knip ik ze ruim uit, plak ze recht onder elkaar op een vel wit A4 en kopieer ik het geheel vervolgens op getint PapiPrint papier. Daarna de blokken m.b.v. de zgn. ruitjesliniaal en een grote geo-driehoek exact onder 90° uitsnijden en met de fotolijmroller opplakken.


Met het geboortekaartje is een trucje uitgehaald. Oorspronkelijk heeft het dubbelgevouwen kaartje een bedrukte voorkant en is de 3e (rechter) pagina binnenin eveneens bedrukt. Om zowel de buiten- als de binnenkant tegelijk te kunnen bekijken, is de spread aan de binnenkant gekopieerd en dubbelgevouwen. Daarna is alleen de pagina met daarop de ooievaar gekopieerd, uitgesneden en op de blanco linkerpagina van de binnenspread geplakt. Vervolgens is het dubbele kaartje in opengevouwen toestand op de lay-out geplakt, d.w.z. alleen met de rechter achterkant; de linkerkant kan dus nog omhoog gevouwen worden (zie foto). Dat is gedaan om onder de linkerpagina 3 lagen karton aan te kunnen brengen, die elk zodanig met het (lang uitgeschoven) afbreekmes schuin ‘afgesneden’ (alsof het met een kaasschaaf gebeurd is) worden, dat er een egaal scheef aflopende laag ontstaat. Hierdoor komt de linkerpagina van het kaartje iets omhoog, waardoor er een soort diepte op de lay-out ontstaat en het tevens duidelijk zichtbaar wordt dat het om een opengeslagen kaartje gaat.

Om miniboekjes makkelijk te kunnen bekijken zonder dat de lay-out uit de showtas gehaald moet worden, moet er precies op de juiste plek een gat in de showtas gesneden worden. Ga hierbij als volgt te werk:
- Maak een zwartwit kopie van de A3 lay-out waarop het boekje geplakt is en schuif dat in de showtas. Schuif achter het kopie een plaatje stevig karton, zó dik dat u er straks niet doorheen kunt snijden. Let er op, dat de kopie lay-out ‘strak’ in de showtas zit en vooral goed tegen de onderkant van de tas aangeschoven is.
- Snijd nu met een scherp afbreekmes het vlak, waarachter het gekopieerde boekje zit, uit de nu voorliggende kant van de showtas (zie foto; naast de showtas ligt de echte lay-out met het boekje erop). Houd hierbij een extra ruimte van 4 à 5 mm aan rondom het boekje. Snijd gerust door het kopie, maar niet door het karton dat er onder ligt.
- Haal het kopie + karton tenslotte uit de showtas en schuif de lay-out er in.



Foto links: rechts het oorspronkelijke, handgeschreven knutselboek, links het verkleinde kopie.
Foto rechts: ondanks dat de lay-out nu in een kunststoffen showtas zit, kan er toch door het mini-boekje gebladerd worden.


Om in een ‘verhaal’ van zoveel lay-outs/pagina’s duidelijkheid in de tijd te brengen, is het op chronologische volgorde opplakken van foto’s weliswaar een eerste vereiste, maar het is niet voldoende. Jaartallen bij de persoons- en/of familiefoto’s zijn beslist noodzakelijk. Ze mogen best duidelijk (lees: relatief groot) zijn, als ze er maar niet ‘uitspringen’, want dan wordt het jaartal belangrijker dan de foto en dat is niet de bedoeling.
Goede ervaringen heb ik wat dat betreft met de ‘ouderwetse’ (Dymo)lettertang. Deze maakt op tape duidelijk leesbare, witte letters in (en dat maakt het extra ‘vintage’) reliëf. Kies voor zwart tape, 9 of (maximaal) 12 mm breed. Bij voorkeur van het merk ‘Dymo’, want daarvan is het zeker dat het een goede, blijvende hechting heeft. Maak de jaartalstrookjes vooral niet te lang; knip ze met een scherpe schaar aan beide kanten recht (90°) af op 3 tot (maximaal) 5 mm vanaf het eerste en laatste cijfer.
Maak eventuele kleine ‘kopteksten’ op dezelfde manier – zie de lay-outs nr. 2, 3, 5, 7 en 9.




Lay-out nr. 9 en 10: het zijn drukke,maar wel heel informatieve lay-outs geworden, die over het ‘huishoudelijke’ leven in de Jaren ’50 gaan. Wat er zoal op tafel kwam en hoe het leven van de huisvrouw veranderde, met name wat betreft (keuken)apparatuur. Veel zal u ongetwijfeld bekend voorkomen, terwijl deze pagina’s voor de jongeren een ware eye-opener kunnen zijn. Een groot deel van de plaatjes staan op de knipvellen en zal u beslist op uw eigen lay-outs kunnen gebruiken. De pakken cacaopoeder, koffie, thee en wasmiddelen zijn allemaal per stuk uit het knipvel geknipt en op de lay-out strak tegen elkaar geplakt. Zo kunt u er ook nog eentje weghalen of ergens anders plakken.
Ook hier weer tussen de in het totaal 28 verschillende plaatjes en tekstblokken 2 echte, oude familiefoto’s – beide uit 1953 (dymo-tang). Immers: als je ze hebt, dan is het streven tenminste één familiefoto op elk lay-outvel.


Gebruikte materialen:
A3 kwartierstaat-album met showtassen, dessin- en (nieuw) cardstockpapier uit het Familie in Beeld assortiment, plaatjes uit de 3 nieuwe knipvellen, Papicolor Printpapier, munthouders, fotolijmroller en Dymo-tang.

Klik hier om de producten te bekijken / bestellen in onze webwinkel.