woensdag 11 november 2015

# 7: Maak het ouder met distressen

Met behulp van de distress-techniek krijgen kopieën of printen van (bijvoorbeeld) archiefstukken een oud uiterlijk, zodat er op een voorouder lay-out een werkelijk historische sfeer ontstaat.
In dit artikel is het op een viertal los van elkaar staande lay-outs toegepast. Drie daarvan staan in de tweede helft van het verhaal, waarin tevens de werkbeschrijving en het benodigde materiaal aan de orde komen. Hieronder eerst het ontstaan van de 6 ‘levensloop’ lay-outs van Petrus Martinus Faber, met op de tweede lay-out een prachtig voorbeeld van een gedistresst archiefkopie.

Van het één komt het ander

Door Wim Kros

Faber – Petrus Martinus (1772-1815), één van mijn 16 oudvaders. Ik wist van zijn bestaan door zijn dochter Elisabeth Maria Faber (1802-1890), de vrouw van mijn betovergrootvader. Ik kende de gebruikelijke gegevens: geboortedatum en –plaats, huwelijksdatum, de namen van zijn vrouw en kinderen, enzovoort. Meer wist ik niet van hem, maar het was genoeg om zijn ‘technische’ kwartierstaat lay-out te maken, compleet met geboorteakte, een kopie van de uitgetypte tekst van het doopregister, een historisch kaartje van de provincie waar hij geboren is en een foto van het nog bestaande kerkje (internet!) waar hij gedoopt is. Al met al dus een mooi gevulde A3 lay-out van voorouder nr. 34! En daar zou het, met de wederom uitsluitend technische lay-out van zijn vrouw ernaast, normaal gesproken bij gebleven zijn. Maar het liep anders….
Dat kwam door de reeds eerder gemaakte lay-outs van zijn dochter Elisabeth, die ik in de tweede, gedrukte uitgave van Familie in Beeld (september 2013, pagina 32-33) gepubliceerd heb.





Stichting Geslachten Faber
Op het hierboven genoemde artikel reageerde Hans Faber, secretaris van de Stichting Geslachten Faber, die in de loop der jaren zo’n 36.000 nog levende en overleden Fabers in kaart gebracht heeft – zie ook de gedrukte FiB-uitgave nr. 4 op pagina 32,33 en 35. Het contact was gelegd en dat resulteerde o.a. in een uitnodiging aan ondergetekende voor het bijwonen van de tweejaarlijkse Faber familiedag in april dit jaar. Natuurlijk ging ik daar graag op in; de bijeenkomst was georganiseerd in het gemeentearchief van Amsterdam en een verslag daarvan krijgt u in één van de volgende online-uitgaven. Eén ding wil ik er nu alvast uitlichten, omdat het de vader van mijn (Elisabeth) Faber betreft.

Kweekschool voor de Zeevaart
De archivaris van het Amsterdams gemeentearchief had voor alle aanwezige Faber-families, die ergens in het verleden een ‘link’ hadden met Amsterdam, een voor hen interessante pagina opgezocht in één of meerdere van de vele archiefboeken die daar in het depot staan opgeslagen. En hoewel ik geen echte Faber, lag er voor mij op één van de in een grote cirkel staande tafels een boek van de ‘Kweekschool voor de zeevaart binnen Amsterdam’. In dit zgn. comportementboek stonden registers met daarin bijgehouden de vorderingen van leerlingen tijdens hun verblijf op school. Van april 1786 tot oktober 1788 zat Petrus op deze school, waarna hij als 16 jarige leerling op ’s Lands Oorlogsschip ‘De Zephyr’ naar Oost-Indiën ging. Eén pagina in het boek gaat over het verblijf van Petrus op de school. Deze werd ingescand en de print hiervan vormde het begin van 5 nieuwe lay-outs met daarop in (tijds)beeld gebracht het verdere verloop van Petrus’ leven.

Afbeeldingen en historische gegevens
Allereerst heb ik het meegekregen kopie 20% vergroot en in kleur op 200 grams papier gekopieerd, op maat gesneden en – om een beetje in sfeer te komen – ‘antiek’ gedistresst. Naar aanleiding van de door de school geschreven tekst ben ik eerst gericht en daarna min of meer ‘in de wilde weg’ gaan zoeken op internet. Zo vond ik niet alleen een uitgebreid verhaal, maar ook een prachtige kleurafbeelding van de bewuste ‘Kweekschool voor Zeevaart’ aan de toenmalige ‘IJgracht’ (later Prins Hendrikkade geheten). Op het schilderij is duidelijk te zien, dat er naast het schoolgebouw, achter de muur met poort, een schip op de vaste wal ligt waar de leerlingen op konden oefenen.

Van het één komt het ander: ik vond plaatjes van matrozen en officieren in uniform uit die tijd, lijsten van de toenmalige in dienst zijnde oorlogsvaartuigen van de Betaafse Republiek, afbeeldingen van scheepskanonnen en de wijze waarop ze bediend moesten worden, kaarten en verhalen van het ter zee oorlog voeren in Indië tegen de Engelsen, een beschrijving van hun aanval op Batavia ten tijde dat Petrus Martinus o.a. als Kapitein-luitenant op het oorlogsschip ‘Pluto’ (met 74 stukken kanonnen en 350 manschappen) dienst deed, twee afbeeldingen van het zgn. linieschip ‘Pluto’ zelf en een afbeelding + verhaal van de plek te Medemblik waar het schip gebouwd werd. Een kort bericht over het door de Engelsen in brand schieten van de Pluto maken het verhaal compleet.
Kortom: veel mooi en interessant materiaal, dat een uitdaging vormt voor het maken van heuse tijdsbeeld lay-outs.
Hoe het er in die tijd in Nederland zelf aan toe ging, zal ik verwerken in lay-outs over mijn voorouders van dezelfde generatie.


Lay-out Nr. 1 (links): De ‘technische’ pagina met de naam + jaartallen, het kwartierstaatnummer en de vier overal terugkerende labels met daarop: 1. de persoonlijke gegevens; 2. de relatie tot de ‘probant’ (= eerste persoon van de kwartierstaat); 3. welke generatie; 4. leeftijd. De rest van deze A3 lay-out wordt opgevuld met meestal van internet geplukte plaatjes die betrekking hebben op bovenstaande, zoals een historische landkaart, kopie van geboorte/doop register, trouwboekje, foto van kerk waar gedoopt of getrouwd is, munt of postzegel uit jaar van geboorte, overlijden of uit de periode daar tussen, indien aanwezig een foto of afbeelding van een schilderij van de betreffende persoon, enz.
Lay-out Nr. 2 (r: De verklarende tekst is bewust in een verticale balk gezet, die een soort scheidingslijn tussen de linker- en rechterpagina vormt, zodat er wat ‘rust’ op de totaalspread ontstaat, ondanks de vele verschillende elementen (circa 20) die opgeplakt zijn. Omdat het hier met name om het archiefkopie uit het comportementboek gaat, is deze extra groot (20%) afgebeeld en duidelijk gedistresst, waardoor hij niet alleen oud lijkt, maar ook veel duidelijker ‘los’ van de achtergrond komt. De overige afbeeldingen illustreren het document en het verhaal op een mooie en toepasselijke manier.


Lay-out Nr. 3(links): Omdat het hier om ‘het leven op zee’ gaat, is er voor de achtergrondvellen bewust voor dessinpapier in blauwtinten gekozen. Zowel op deze als de volgende drie lay-outs is niets gedistresst. Enerzijds omdat het distressen toch iets ‘exclusiefs’ moet blijven, anderzijds omdat hier sprake is van relatief veel plaatjes per pagina en er dan alleen maar ‘rust’ kan ontstaan als de plaatjes tegen elkaar aan geplakt kunnen worden. Is er gedistresst, dan lukt dat laatste niet.
Lay-out Nr. 4 (rechts): De ruimten rechts in het midden, links onder in de hoek en in iets mindere mate linksboven naast de grote afbeelding zijn bewust ‘open’ gelaten, zodat er toch nog wat ‘lucht’ (lees: achtergrond) op de pagina over blijft, hetgeen voor meer ‘rust’ zorgt. Om de plaatjes op deze spread beter uit te laten komen, is er voor gekozen de teksten op wit papier (200 grams) uit te printen/kopiëren.


Lay-out Nr. 5 (links): Heel veel tekst, die er overigens wel zeker toe doet. Het geeft een mooi beeld van het reilen en zeilen van ‘De Nederlandsche Zeemagt’ in Nederlandsch Indië gedurende de eerste helft van de 19e eeuw en de aanval op Batavia van de Engelsen in 1806. Linksboven het bericht, dat Kapitein-Luitenant Faber in 1806 het bevel over het Linieschip ‘Avonturier’ van maart tot october opgedragen kreeg. Een ‘kaart der Nederlandsche Bezittingen in Oostindiën’ maakt het geheel compleet.
Lay-out Nr. 6 (rechts): Om een duidelijk contrast te creëren met de pagina hiernaast, zijn op deze lay-out alle tekstblokken op licht getint papier geprint. Zo ontstaat er een duidelijk ander beeld en wordt nog eens extra onderstreept, dat ook de inhoud verschilt. Zo gaat het op lay-out nr. 5 om een algemeen tijdsbeeld, terwijl nr. 6 helemaal is toegespitst op slechts één ding: het oorlogsschip ‘Pluto’, waarop Petrus in 1807 Kapitein-Luitenant was. Verder komen we te weten, dat het schip te Medemblik gebrouwd is in 1783, het met name dienst deed in de wateren van Oost Indië, het in 1801 in Hellevoetsluis/Zeeland lag, hoe het er uit zag (zie aquarel linksboven in het midden) en dat het in october 1807 voor de rede van Sourabaija door de Engelsen in brand geschoten werd.
Veel werk, maar de moeite waard
Het zal duidelijk zijn, dat het plakken van de hier afgebeelde 6 lay-outs niet een kwestie is van een avondje stevig doorwerken. Los van al het Google research werk, het selecteren en op de juiste grootte uitprinten van de afbeeldingen en het veelal ‘op maat’ schrijven van de verklarende teksten, mag je per lay-out toch zeker zo’n 2 à 3 uur ontwerpen/verwerpen/schuiven en plakken rekenen. Het hangt er o.a. vanaf hoeveel ervaring u met het ‘stamboom-scrappen’ hebt, hoe nauwkeurig recht u wilt plakken en hoe mooi u het allemaal wilt maken. Zo geeft het ‘matten’ van plaatjes en tekstblokken prachtige resultaten, maar het kost wel tijd. Hetzelfde geldt voor het zoeken naar de mooiste compositie per lay-out en hoe meer verschillende elementen daarbij opgeplakt moeten worden, des te langer het duurt. Maar ….. HET IS ALLEMAAL ECHT DE MOEITE WAARD – DAN MAAR EEN UURTJE MINDER TV KIJKEN!




Distressen
De distresstechniek is ontwikkeld binnen de uit Amerika afkomstige scrapbook-hobby. Het gaat er hierbij om een stuk bedrukt of geprint papier een oud, bruinachtig vergeeld en soms zelfs enigszins beschadigd uiterlijk te geven. De aldus ontstane ‘vintage-look’ doet het goed op lay-outs met bijvoorbeeld oude foto’s, documenten of historische plaatjes.
Bij uitstek geschikt dus voor het geplakte kwartierstaat- of familiegeschiedenisalbum. Wel moeten we er voor waken het distressen niet te overdrijven en dat geldt dan zowel voor het bewerken van de papierrand en/of het oppervlak van de afbeelding zelf als het aantal gedistresste stukken papier per lay-out.

Werkwijze / benodigd
In de meeste gevallen geldt, dat het te distressen papier beslist niet te dun mag zijn. Zo zal het nauwelijks lukken de rand van 80 of 100 grams (print)papier met de distresser te bewerken. Daarom wordt 200 grams papier aanbevolen. Wat dikker (zwaarder) papier is ook goed, zo niet zelfs beter, echter het geeft geheid problemen tijdens het printen of kopiëren. Kies eventueel wat betreft de kleur van het te gebruiken papier voor een heel lichte créme- of okertint.
Verder heeft u aan ‘bijzonderheden’ nodig: een distresser (een soort wieltje met inkepingen, die elk in het midden van het wieltje een soort scherp mesje hebben) * Distress Ink van het merk Ranger in de kleuren Walnut Stain en Vintage Photo * per kleur 1 dauber (Joy! Crafts) en 1 blending tool (een soort vlakke stempel met een glad en vlak oppervlak van schuimrubber).



Begin met het rondom ‘rul’ maken van de papierrand door met het mesje middenin de distresser stevig langs de zijkant van het papier te schrapen. Schroom niet het papier hierbij flink op te ruwen. Hoe meer u het ‘beschadigt’, des te mooier straks het resultaat. De randen hoeven hierbij beslist niet recht te blijven. Sterker nog, het eindresultaat zal er nog ouder uitzien wanneer de rand hier en daar enkele millimeters weg geschraapt en/of extra ‘rul’ is, hoewel ook hier geldt: overdaad schaadt. Er moet een soort van ‘wollige’, ongelijkmatige rand rond het papier ontstaan. Vergeet hierbij niet ook de hoeken van het papier te ‘pakken’.
Hier en daar mag de ‘beschadigde’ papierrand ook enkele millimeters naar binnen dubbelgevouwen worden. Als de randen straks be-inkt zijn, versterkt dat de vintage-look. Hetzelfde geldt voor ongelijkmatige vouwtjes en zelfs voor kleine scheurtjes in de papierrand.


Vervolgens wordt de rand van het papier met een ‘dauber’ (soort vingerhoed met daarop schuimrubber) op kleur gebracht. Gebruik hiervoor Walnut Stain Distress Ink. Dit soort ‘droge’ stempelinktkussens geven slechts heel weinig inkt af, zodat het papier niet meteen de ‘volle laag’ krijgt, maar slechts lichtjes op kleur gebracht wordt. Let erop, dat de randen altijd wat donkerder gekleurd zijn dan het papier oppervlak zelf. Gebruik daarom in het laatste geval geen Walnut Stain, maar de kleur Vintage Photo. Houd voor elke kleur een eigen dauber of blendingtool.


Met het stukje vlakke schuimrubber op de blendingtool bewerkt u het oppervlak van het papier. Maak onder lichte druk een draaiende en/of horizontaal heen en weer gaande, ‘vegende’ beweging over het papier. Let daarbij op, dat er geen strepen of vegen ontstaan; in grote lijnen dienen tintverschillen gelijkmatig te verlopen. Werk vanuit de hoeken of vanaf de randen richting het midden, want meestal is oud papier aan de rand het donkerst getint. Leg een stuk afvalpapier onder het werkstuk en schroom niet met de blendingtool ook over / buiten de (wollige) rand van het papier te komen. Voor een natuurlijk aandoend effect móet dat zelfs: de bruine tint van buitenaf naar binnen brengen’.
Breng eventueel vlekachtige accenten aan door middel van een tamponerende (verticaal op en neer gaande) beweging. Oefen slechts heel lichte druk uit, anders ontstaan echte vlekken. Anderzijds geeft hier of daar een wat donkerder vlekje of veegje ook een natuurlijke uitstraling, maar overdrijf niet.

Het kan overigens beslist geen kwaad van te voren op een apart vel papier of een tweede kopie te oefenen. Juist hier geldt: oefening baart kunst.
Fixeren van het werk is niet nodig. Als alles naar uw zin is, kunt u het nieuwe ‘oude’ archiefstuk direct inplakken.



Overige 3 lay-outs


Deze lay-out, met daarop een ‘stukje oorlog 1940-1945’ behoort bij de serie van 8 lay-outs over P.J.M. van Dijk, gepubliceerd in de FiB online-uitgave nr. 5 (mrt. 2015). De hier gebruikte krantenkop ‘Ons land in den Oorlog’ en de distributiebonnen zijn afkomstig van de FiB-knipvellen F055 en F202.
De randen van de krantenkop zijn eerst bewerkt met distresswieltje en vervolgens donker gemaakt met de Distress Ink Walnut Stain, die met de dauber is opgebracht. Daarna is het oppervlak aan de randen lichtjes donkerder gemaakt met de Distress Ink Vintage Photo, opgebracht met de blendingtool.
De distributie stamkaart is op ware grootte gekopieerd op 200 grams wit papier, waarvan de randen direct (dus niet eerst het distresswieltje) zijn bewerkt met de dauber en Walnut Stain, daarna het oppervlak bij de randen met de blendingtool + Vintage Photo.
De foto van de etalage van de aardappelhandel is iets vergroot gekopieerd op 200 grams wit papier en daarna met een witte rand rondom uitgeknipt met de fotorandschaar. Tenslotte de foto bewerken met dauber en blendingtool zoals beschreven bij de distributiebonnen.
Alleen het aankondigingskaartje van het voorgenomen huwelijk en de krantenadvertenties rechtsboven zijn origineel. De ‘Verklaring van ondertrouw’ is 1:1 gekopieerd op 200 grams wit papier en vervolgens bewerkt met dauber en blendingtool zoals beschreven bij de distributiebonnen hierboven
Het originele uittreksel uit het trouwregister is tot circa 60% in kleur verkleind op 200 grams wit – de net iets donkere banen rond de vouwlijnen in het vergeelde papier van het origineel zijn nog goed zichtbaar. Het verkleinde kopie is strak uitgesneden en zonder het distresswieltje op kleur gebracht met Walnut Stain en Vintage Photo zoals hiervoor beschreven.
Zowel de ‘Verklaring van Ondertrouw’ als het trouwregister-uittreksel zien er zo niet alleen ‘gedateerder’ uit, maar komen bovendien veel beter ‘los’ van de achtergrond.
Bij het zien van de technische lay-out van Helena Hagedoorn krijg ik altijd weer het onzalige gevoel, dat ik het nooit over haar gehad heb met mijn toch op late leeftijd (94) overleden vader. Hij moet haar, zijn oma dus, redelijk goed gekend hebben; ze overleed pas in 1941 toen hij al 25 jaar was en ze woonden beiden in Den Haag. Hij heeft het echter nooit over haar gehad en ik heb nooit naar haar gevraagd om de eenvoudige reden, dat ik voor het overlijden van mijn vader in 2011 (!) niet in mijn stamboom geïnteresseerd was en dus geen weet van haar bestaan had, BALEN, dus! 
Op deze lay-out slechts een deel van het aantal officiële documenten omtrent Helena Hagedoorn. Een heel belangrijk exemplaar – en tevens het grootste – gaat over de erkenning van haar eerste kind Christina Helena door P.A.J. Kros, met wie zij pas na de geboorte van Christina getrouwd is. Omdat deze A3 pagina vrijwel geheel in lichtgele, okerachtige en lichtbruine tinten is uitgevoerd, is het bewuste en van zichzelf enigszins licht geelbruine document ‘stevig’ gedistresst (overigens zonder de randen met de distresser op te ruwen) met Vintage Photo, zodat het goed ‘los’ komt van de rest van de lay-out.

Voor het oud maken van het oppervlak van het gekopieerde document maakt u gebruik van Distress Ink Vintage Photo, dat met de zgn. blendingtool in een enigszins rond vegende dan wel zacht deppende beweging wordt aangebracht.
Leg een wit papier onder het werkstuk, dan ziet u heel duidelijk hoeveel donkerder het aan de rand van het papier wordt. Breng de droge Distress Ink heel gelijkmatig op. Maak eerst een proefje!


Ter afsluiting tweemaal een detail van het originele document (bovenste papier) en het gedistresste exemplaar daaronder.

Klik hier voor meer informatie over of het bestellen van het benodigde gereedschap en materiaal.